maandag 20 april 2009

Niks is zeker...

Stefan Kuipers

De wedstrijd tegen BSG was van cruciaal belang. Gezien de huidige stand en ons resterende programma (BSG en LSG) was het vooral zaak om veel bordpunten proberen te pakken. Op die manier konden we ons misschien al voor de laatste ronde zo goed als veilig stellen. Het leek een uitgelezen mogelijkheid tegen BSG, maar niets bleek minder waar. Waar we het hele seizoen klagen over het eeuwige 5,5-4,5 verlies, klaagden we ditmaal zelfs na 5,5-4,5 winst. Ondanks dat we redelijk sterk voor de dag waren gekomen, gingen er een paar dingen goed mis.
Op bord 1 kwam er een Konings-Indiër op het bord tussen Pliester en Pruijssers. Naar het schijnt produceerde Pliester met 14. Tb1 geen hele briljante zet, waar verzuimde zwart om er met 14... Pf5! gebruik van te maken. Wat volgde was een ware martelgang. Wit wist de juiste stukken te ruilen en kon toen zijn loper erg mooi activeren, zwart kon eigenlijk alleen maar toekijken en aanschouwen hoe hij langzaamaan pat werd gezet. Zelfs met een pion extra was de zwarte stelling al zo slecht dat opgeven de enige mogelijkheid was.
Op het tweede bord speelde Henrichs tegen Ton van der Heijden. De opening was wat vreemd, maar Henrichs had de eerste ronde met zwart L’Ami verslagen, dus er viel niks te vrezen, toch? Na een wat provisorische rokade van beide spelers werd de witte structuur lelijk opgebroken. Vervolgens produceert Henrichs op zet 40 nog even een lelijke (Te-d2 en gewoon de hele tijd de zwarte toren aan blijven vallen en op de tweede rij blijven was waarschijnlijk afdoende), waardoor het toreneindspel helemaal de verkeerde kant op ging. Een toch wel verrassende nederlaag.
Bord 3 was weer een heel ander verhaal. Zaragatski (in Deizisau nog een GM-norm gescoord) speelde met zwart tegen Lennart Ootes en wist de verborgen krachten van het Frans te showen. Waar wit (vrijwillig?!) een cursus achteruit-schaken had genomen, was het zwart die alle troepen zo’n beetje de witte stelling in gooide. Even later was het punt daar.
Bordje 4 was het ouderwets grootmeester-schaak tussen Siebrecht en Ree. Ik als 10e bordspeler snap daar natuurlijk weinig van, maar voor zover ik kon zien was het een solide partij zonder toeters en bellen. Een paar pionnetjes naar voren, dan weer wat ruilen, gevolgd door nog wat pionzetten en meer stukken die eraf gingen. Uiteindelijk stonden alleen de koningen met wat pionnen nog op het bord en was de remise een feit.
Op bord 5 speelde Van Delft met zwart tegen Van der Poel. Dat de alcoholloze periode van Van Delft duidelijk zijn geheugen aantast, was goed te merken toen hij na het na 5 zetten even kwijt was en na 7 zetten alweer tegen een minnetje aan stond te kijken. Zijn heldhaftige poging om Morozevich na te doen faalde en met een halfontwikkelde stelling zag het er slecht uit. Toch bikkelde hij door en wist hij, naar eigen zeggen, via een tactisch remise-aanbod de partij toch nog enigszins wenselijk te beëindigen.
Bord 6 speelde Hoffmann tegen Ewoud de Groote een vrij solide partij. Waar Hoffmann normaal gesproken bekend staat om vuurwerk in de opening, bleef het nu vrij rustig en zijn dit de stellingen waar het elo-verschil parten speelt. Toen hij eenmaal een pluspion had was het dubbel-toren eindspel erg moeilijk voor zwart. Nadat hij stuk voor stuk nog wat extra pionnen pakte, vond zwart het wel leuk geweest en gooide de handdoek in de ring.
Op bord 7 was het Kabatianski die met zwart tegen Rothuis al zijn vorige partijen deed vergeten. Waar hij toch behoorlijk ongelukkig de laatste rondes had verloren wist hij ditmaal in no-time van Rothuis te winnen. Het gezegde “een paard aan de rand, is een schand” werd de witspeler vrij hardhandig duidelijk gemaakt. Al hebben we Rothuis betere partijen zien spelen, de manier waarop zwart het afmaakt is toch vrij effectief.
Op bord 8 speelde Van de Oudeweetering met wit tegen Coen van der Heijden. Nadat wit vanuit de opening niet veel bereikte door goede voorbereiding van de zwartspeler wist hij toch het loperpaar van zwart te neutraliseren. Maar verder dan dat kwam het eigenlijk niet. Toen wit, in misschien iets betere stelling remise aanbood, nam zwart dat natuurlijk aan en bleek achteraf dat het eigenlijk allemaal ook wel meeviel.
Bord 9 was het Bitalzadeh met zwart tegen Jesper de Groote. Na een flinke zetverwisseling kwam er een soort Draak op het bord, ik als openings-leek zal waarschijnlijk een paar details gemist hebben, maar het leek er in ieder geval wel veel op. Zwart deed pogingen om zijn stukken op de juiste plaatsen te kregen en de juiste functie te geven. Het witte 16. b3 oogde niet echt fris, maar zwart kon er op geen enkele manier gebruik van maken. Daarna wist wit alles te neutraliseren en af te wikkelen naar een iets beter toreneindspel. In de eindstelling is er alleen geen doorkomen meer aan en werd er remise afgesproken.
Het laatste bord speelde Kuipers met wit tegen Lars Ootes. Nadat ook mijn geheugen mij in de opening in de steek liet, bleken mijn zetten niet volstrekte onzin. Een stukoffer bracht een boel verwarring, maar resulteerde uiteindelijk in een dame+paard-einspel met heel veel kansen voor wit. Dat in combinatie met de lichte tijdnood van zwart leek de succesformule te zijn. Helaas wikkelde wit opeens af naar een potremise paard-eindspel. Geen slimme zet dus, maar uiteindelijk bleek het geen extreem grote gevolgen te hebben. De wedstrijd werd gewonnen met 5,5-4,5 , waarmee BSG toch wel een goede prestatie heeft neergezet. Gezien het ratingverschil hebben ze toch flinke tegenstand geboden en hadden ze bijna het eerste matchpunt binnen.

Volgende week de laatste wedstrijd tegen LSG. Alles nog in eigen hand, maar zoals al wel eerder gebleken is dit seizoen, niks is zeker...
   Homburg Apeldoorn    2410 - BSG             2235 5½ - 4½
1. Roeland Pruijssers 2452 - Leon Pliester 2383 0 - 1
2. Thomas Henrichs 2491 - Ton vd Heijden 2245 0 - 1
3. Ilja Zaragatski 2419 - Lennart Ootes 2064 1 - 0
4. Sebastian Siebrecht 2453 - Hans Ree 2416 ½ - ½
5. Merijn van Delft 2399 - Henk vd Poel 2296 ½ - ½
6. Michael Hoffmann 2469 - Ewoud de Groote 2251 1 - 0
7. Alexandr Kabatianski 2437 - Vincent Rothuis 2357 1 - 0
8. Arthur vd O'weetering2350 - Coen vd Heijden 2116 ½ - ½
9. Ali Bitalzadeh 2310 - Jesper de Groote1995 ½ - ½
10.Stefan Kuipers 2321 - Lars Ootes 2223 ½ - ½

1 opmerking: