zaterdag 31 oktober 2009

Monsterscore in Sas van Gent

Stefan Kuipers

Na een reis van een uur of vier en na iedereen onderweg opgepikt te hebben, kwamen we enigszins gehavend aan in Sas van Gent. Er ontbraken een paar spelers aan Apeldoornse zijde, wat resulteerde in een wel erg snelle rentree van Van Beek, maar ook het debuut van Hachijan (vorig jaar 7,5 uit 8 in de 1e klasse). Terwijl er drie spelers iets te laat arriveerden en er eentje op 80 km van de speelzaal muurvast zat in het verkeer, begonnen we met de wedstrijd.

Na een tijdje arriveerde het tweede deel van het team, maar werd ook gauw duidelijk dat Zaragatski niet meer op tijd in de speelzaal zou zijn, wat een flinke tegenslag was. Als gevolg daarvan mocht het geheime wapen Karel van Delft zich warm gaan lopen. Na een klein uurtje spelen zag het er voor Sas van Gent best fraai uit op de borden. Overal leken ze wel goed te staan, maar toen sloeg het vrij snel om. Als eerste wist Hachijan voor een fraai debuut te zorgen door op het 10e bord met zwart te winnen van Nieuwelink. In een Najdorf besloot wit tot het offeren van materiaal, maar wist er niet genoeg compensatie voor te krijgen. Nadat Hachijan zijn materiaal had teruggeofferd werd de witte koning dusdanig opgejaagd, dat wit de handdoek in de ring gooide. Dit betekende voor Hachijan dat hij in zijn laatste elf KNSB-wedstrijden, 10,5 punt heeft gescoord, een knappe prestatie!

Niet veel later ging het ook op bord 6 mis voor HWP Sas van Gent. Groffen leek vrij goed uit de opening te komen tegen Kuipers, maar in de analyse bleek al dat het eigenlijk meer optisch was. Na een foutje van wit kreeg zwart opeens in no-time erg veel initiatief en de witte stelling was opeens niet meer te redden, een toch wel plotse nederlaag, die ervoor zorgde dat Homburg Apeldoorn met 2-0 voor kwam.

Wederom niet veel later was het duel op bord 7 tussen Timmermans en Rijnaarts uitgevochten. In een Franse partij leek het eerst of wit wat teruggedrongen werd, maar doordat de zwarte dame eigenlijk buitenspel stond, kon wit erg snel omschakelen en een enorme koningsaanval opzetten. De lijnen werden geopend, het materiaal werd gewonnen en even later kon Rijnaarts zijn eerste overwinning in de meesterklasse noteren.

In welke volgorde de dingen daarna gebeurden is niet echt duidelijk meer, maar voor ik het in de gaten had stonden we met 5,5-1,5 voor en was de wedstrijd dus al beslist. Van Beek won op bord 9 tegen Deleyn een pion, maar kreeg in het eindspel van zwart geen kans om er wat mee te doen. Toen de pion werd teruggewonnen was het vrij remise en dus vonden beide spelers het wel leuk geweest.

Ook Van de Oudeweetering wist zijn voordeel vanuit de opening tegen Goormachtigh op bord 8 niet om te zetten in iets tastbaars. De spannende stelling die voortkwam uit een Semi-Slav is erg tweesnijdend en het beloofde een spannend gevecht te worden. Maar na een tijdje werden er wel erg veel stukken geruild en besloten beide spelers in het ongelijk lopereindspel tot remise.

Op de hogere borden vielen er uiteindelijk ook wat beslissingen. Cardon tegen Pruijssers op bord 4 was een Konings-Indiër waarin het lijkt of wit met een zwakte op d5 opgescheept zit. Reden voor Pruijssers om door middel van een kwaliteitsoffer die pion te pakken. Wit had immers ook zijn hele koningsstelling opengegooid en dus leek er genoeg compensatie aanwezig te zijn. De kwaliteit moest al snel teruggegeven worden om erger te voorkomen, waarna zwart met behulp van erg veel schaakjes wit op de knieën kon dwingen.

Ook op bord 3 verscheen er een Konings-Indiër tussen Kabatianski en Leenhouts. Zwart heeft iets ruimtegebrek vanuit de opening en wit profiteert daar meteen van door een pion te winnen. Leehouts kreeg wel wat compensatie, maar Kabatianski speelde rustig verder en wist toen in betere stelling gewoon het initiatief over te nemen. Nadat beide koningen een beetje opgejaagd werden, is het uiteindelijk de zwarte kamp dat zich gewonnen moet geven.

Dan komen we eindelijk toe aan het gesprek van de dag. Het 5e bord bleef lange tijd beangstigend leeg, maar toen duidelijk werd dat Zaragatski het niet meer ging halen, nam Karel van Delft plaats achter de witte stukken. Met 58 minuten minder op de klok en een kleine ratingachterstand ging hij de strijd aan met Verlinde. Wit die met ruim 600 elo-punten minder de afruilvariant van het Konings-Indisch op het bord toverde vond het niet heel vervelend om lekker wat stukken af te ruilen. De zwartspeler daarentegen ging steeds langer en langer nadenken om erachter te komen hoe hij in vredesnaam nog winstkansen kon gaan creëren. Totdat Verlinde opeens besloot tot een kwaliteitsoffer, de wanhoop spatte er bijna vanaf. Van Delft bleef gelukkig vrij rustig, pakte de kwaliteit en wist zijn stelling knap te verbeteren. Zo goed zelfs dat zwart na een tijdje opeens helemaal geen kant meer op kon. Vanaf dat moment ging het opeens bergafwaarts. Wit koos het verkeerde plan en gaf zwart de kans om tegenspel te creëren. Wit raakte eigenlijk steeds meer de draad kwijt en in een nog steeds beter eindspel blundert wit in één keer zijn fraaie partij weg. Het elo-verschil brak hem uiteindelijk toch op en Verlinde was duidelijk opgelucht toen hij uiteindelijk de partij nog wist te winnen. Een prachtige partij van Van Delft, maar de grote stunt zat er jammer genoeg niet in.

Vervolgens mocht Merijn van Delft (nu snapt u waar zijn schaakkwaliteiten vandaan komen) op bord 2 tegen Geirnaert laten zien hoe het mat zetten met paard en loper nu precies werkt. Dat eindspel was het resultaat van een boeiende Konings-Indiër (het lijkt wel een thematoernooi...) waar zwart in de opening wat zetjes omwisselde. Wit wist daar niet genoeg van te profiteren en zwart speelde daarna eigenlijk een erg sterke partij, was de conclusie tijdens de post-mortem. Het mat zetten is overigens best goed gelukt, dus ook daar werd een punt gescoord voor Homburg.

Dan rest nog één partij, namelijk die aan het 1e bord tussen Ikonnikov en Motwani. Na een interessante opening en twee verwaarloosde koningstellingen werd er stuk bij beetje afgewikkeld naar het eindspel. Wit was in het bezit van een wat betere pionnenstructuur en kon op die manier wat gunstiger afwikkelen. Vervolgens oogt het dame-eindspel wat remise-achtig, want er zal vast wel ergens eeuwig schaak in zitten. Maar dat bleek nog wel tegen te vallen, na het ruilen van één paar pionnen moest zwart ook zijn laatste pion geven. Het resultaat was een eindspel dat volgens mij door zwart remise te houden moet zijn, maar opeens kon wit dames afruilen en kon zwart de opmars van de overgebleven witte strijder naar de andere kant van het slagveld niet meer voorkomen.

Een monsterscore dus in Sas van Gent, waar Homburg met 8-2 wist te winnen. Het enige obstakel was toen nog de terugreis naar het verre Apeldoorn. De ene auto wist nog net voor middernacht het thuisfront te bereiken, de andere auto was helaas in België gestrand met autopech en heeft er ‘slechts’ 8 uur over gedaan om thuis te komen. Al met al voor de Apeldoorners een geslaagde dag, terwijl het voor Sas van Gent nu wel oppassen wordt om niet in de degradatie-zone te blijven hangen.

HWP Sas van Gent 2296 - Homburg Apeldoorn 2356 2 - 8
1.GM Paul Motwani 2497 - GM Vyacheslav Ikonnikov 2558 0 - 1
2.FM Steven Geirnaert 2364 - IM Merijn van Delft 2374 0 - 1
3.IM Koen Leenhouts 2409 - IM Alexandr Kabatianski 2420 0 - 1
4.IM Helmut Cardon 2381 - IM Roeland Pruijssers 2415 0 - 1
5.Tieme Verlinde 2184 - Karel van Delft 1 - 0
6.Hans Groffen 2189 - FM Stefan Kuipers 2321 0 - 1
7.Ivo Timmermans 2237 - FM Sjef Rijnaarts 2316 0 - 1
8.FM Joh.Goormachtigh 2230 - IM A. vd Oudeweetering 2337 ½ - ½
9.FM Gunter Deleyn 2277 - IM Lucien van Beek 2341 ½ - ½
10.Kees Nieuwelink 2187 - Armen Hachijan 2118 0 - 1

Schwindel, zwendel en bedrog

Henk Vinkes

In de 2e ronde van de competitie moesten we voor de eerste keer dit seizoen vertrekken naar Groningen, met de nadruk op eerste keer. Er volgen tot afgrijzen van diverse spelers nog twee noordelijke avonturen, met als slotakkoord de gezamenlijke laatste ronde van de 2e Klasse A. Als alle Poolcirkel campagnes zo verlopen als deze mogen we Amund Amundsen toch wel persoonlijk gaan bedanken.

Omdat Armen werd ingelijfd in het eerste team moest met de eveneens gebruikelijke pijn en moeite een invaller gevonden zien te worden. Anton Weenink sprong in de bres en verheugde zich op een genoeglijke middag en ging er eigenlijk vanuit dat hij snel weer huiswaarts kon keren. Al in de auto werd hem duidelijk gemaakt dat hij het lot niet moest tarten. Dat de smoes “de brug stond open” soms wel werkelijkheid blijkt te zijn ondervonden we deze keer, net na 13.00 uur stapten we de zaal binnen. Teamleidster Marjoke begon zichzelf al een beetje schuldig te voelen dat ze was vergeten ons uit te nodigen, maar zelfs de boys uit Apeldoorn wisten dat ze vandaag in Grunningen moesten zijn.

Na zo’n 2 uur spelen was er weinig tekening in de strijd, alleen Holger keek geïrriteerd rond dat zijn tegenstander Algra niet begreep dat hij echt niet deze remisestelling zou gaan verliezen. Hij maakte hem dat echt wel duidelijk door simpel alle pogingen op enig voordeel van hem te weerleggen. Dat hij nog een excuus aanvoerde dat hij slecht had gespeeld, deed er niet toe. Als je op dat niveau niet inziet dat je heus wel snapt of een toreneindspel remise is of niet heb je als Holger echt wel het recht om pissed te zijn. Den verdamten Zug um eine Viertel Stunde verpasst. En daar had hij een punt, uuh oh ja, een half punt.

Marcel Boel speelde de gesloten Siciliaanse opening en als je de partij naspeelt is er niets of niemand die de naam van de opening kan ontkennen. Na 22 zetten waar Marcel op de damevleugel de stelling vastzet en tegenstander Jans op de rechterflank alles onder controle houdt. Er zit niets meer in de stelling om uit te proberen en remise is dan ook het terechte eindresultaat.

Freddie van der Elburg die volgens eigen zeggen niets meer kan, trof de altijd sluwe vos Fons van Hamond. Waar het nu precies misging of mis kon gaan voor Freddie is gissen. Is het het gevoel voor de stelling dat je denkt dat je tegenstander altijd beter staat of is het de slinkse manier waarop van Hamond gebruik maakt van het ene kansje dat hij krijgt en dat gelijk beslissend blijkt. De batterij van torens en dame op de f-lijn, ondersteund door een oprukkende h-pion, verleiden Freddie tot het maken van een kapitale blunder. Hij kan gelijk opgeven. Na de wedstrijd maken we wel de afspraak dat Freddie vanaf de volgende ronde gewoon weer zijn partijen gaat winnen.

Maarten Beekhuis mag het opnemen tegen Henk Bosveld; de opening is Engels met kenmerken van het Hollands. De f-pion komt op de 2e zet al naar voren, en lange tijd is het schuiven en positioneren van stukken, en wachten tot iemand de eerste actie onderneemt of een fout begaat. Het blijkt dat Bosveld zijn stukken iets beter heeft neergezet: na 17-18 zetten kan hij een voordeel op zijn conto schrijven. In de daarop volgende 15-20 zetten heeft hij genoeg kansen om de beslissende klap uit te delen, maar eigenlijk consolideert hij alleen maar zijn voordeel. Dan vindt hij het genoeg en gaat zijn 2e dame erbij halen, de vrijgevochten b-pion krijgt de eer. Dan de wanhoopspoging van Maarten die volledig en dan ook werkelijk waar volledig wordt onderschat. Henk Bosveld laat zichzelf een matnet aanmeten, hij doet precies de enige zet (Df2) die dit mat om zich laat sluiten. Het staat gelijk aan zwendel dat Maarten met een materiële minderheid toch de winst binnenhaalt.

De komende “Big Man” van Homburg Apeldoorn Tom Meurs lijkt alle trainingsuren nu ten volle uit te buiten. Waar hij vorig seizoen nog met een soort drempelvrees speelde is dat nu niet meer het geval. Het ziet er allemaal wat relaxter uit en dat komt ook tot uiting in de resultaten. Vandaag kwam daar een tweede overwinning bij. Tom speelt rustig een klein stellingvoordeeltje bij elkaar, maar dat is niet echt beslissend voor winst. Toch is er zoals gebruikelijk dat ene zetje dat de boel laat ploffen. De Vrieze denkt de dame het leven zuur te kunnen maken, maar krijgt een harde tik op de neus. En net als bij Maarten doet hij precies die zet die op slag verliest. Tom geeft met de pion schaak op f2 en Michael de Vrieze neemt met de dame terug, en daar gaat een toren de doos in. De schwindel van de dag!

Voor Erik Smit lijkt het een beetje hetzelfde verhaal als met Freddie, het wil nog niet lukken dit seizoen. Het verschil met Freddie is wel dat Erik zich wel nodige kansen geeft op winst. Zoals hij ook nu na de partij laat blijken: weer een stelling verkloot. Peter Bosker laat min of meer zijn loper insluiten maar dat verlies wordt gecompenseerd door een paar pionnen die later in de partij de doodsteek voor Erik gaan worden. Toch laat Erik in tijdnood een opgelegde kans aan zich voorbij gaan. Na 26 zetten staat er wilde stelling op het bord en de stukken vliegen alle kanten op, dreiging en tegendreiging over en weer. Helaas ziet Erik niet dat hij met 27.Pe6 groot voordeel kan krijgen. Na dat overleefd te hebben weet Peter Bosker alle pogingen van Erik te weerleggen en begint hij langzamerhand op te stomen met zijn pionnen. Chessbase en Fritz geven uiteraard betere zetten aan, maar die zit niet vleselijk achter het bord. Erik kan het tij niet keren en moet ondanks de beste pogingen de vlag strijken.

De stand is dan 3-3, met Martin en Anton nog volop in strijd.

De Martiaanse e-pion had vandaag een groot avontuur in petto, maar had dat ’s morgens bij het krieken van de dag niet gedacht. Na zeventien zetten stond praatjesmaker uitdagend op e7 tegenover de zwarte koning te provoceren. Nu stond er wel een zwarte dame naast, maar toch, zal hem niet vaak gebeuren… Feit was wel dat in de tussentijd Martin zijn stelling aan het versterken was, terwijl Ewout Clarenburg nog niet aan de rochade was toegekomen. Toen hij dat wel had gedaan was dat gelijk vol risico, alleen Martin vergat toe te slaan (23. Pf6) met mataanval of dameverlies voor zwart. Zoals het nu ging behield Martin wel zijn kleine voordeel maar dat verdween in tijdnood bijna helemaal. Maar Ewout was zo vriendelijk om de helpende hand toe te steken op het moment dat hij een kans kreeg. Toen hij die niet pakte en liever de terugtocht van de toren koos was de partij beslist. Alle zwarte pionnen werden opgeruimd en 3 pionnen minder in een toreneindspel is niet fijn spelen.

Toch moest er nog een half puntje bijkomen om de wedstrijd te winnen, en die taak was weggelegd voor invaller Anton Weenink. Op de heenweg ging hij er gewoon vanuit dat hij als een van de eerste klaar zou zijn, waarom eigenlijk? Ik herinnerde hem eraan dat Henk Eleveld bij een invalbeurt ook eens als allerlaatste bezig was en een grote kans op winst had gehad. Anton speelde gewoon een goede partij en liet zich niet de kaas van het brood eten. Na afloop kregen we een les in schaakhistorie dat de gespeelde variant al in de 19e(!) eeuw werd gespeeld, en alle andere passagiers voelden zich opeens heeeel jong. Na 28 zetten stond er een eindspel op het bord waar Anton een miniem voordeeltje had. Het bleef hierbij omdat er gewoonweg niet meer inzat. Als hij was gaan forceren was het misschien verkeerd afgelopen, maar het bleek niet nodig te zijn. Na al een keer remise te hebben aangeboden kon hij vrijblijvend in de opkomende tijdnood van Marjoke Groot subtiel opmerken dat hij niet hoefde te winnen. En daar had ze geen verweer tegen, remise en de eerste overwinning van het seizoen.

Als je deze wedstrijd neutraal bekijkt hebben we niets te klagen over het nodige geluk in deze wedstrijd, vooral de partij van Maarten is een mazzeltje. Erik daarentegen had niet hoven te verliezen en dan kun je zo nog wel even doorgaan. Misschien kwam het team van Unitas er toch wel ietsje bedrogen uit.

Unitas 2 – Homburg Apeldoorn 2
1. J. Algra - H. Lehmann ½ - ½
2. M. de Vrieze - T. Meurs 0 - 1
3. P. Bosker - J. Smit 1 - 0
4. M. Jans - M. Boel ½ - ½
5. A. van Hamond - F. v.d. Elburg 1 - 0
6. H. Bosveld - M. Beekhuis 0 - 1
7. E. Clarenburg - M. v. Dommelen 0 - 1
8. M. Groot - W. Weenink ½ - ½